Vrijdag 7 april is het Wereldgezondheidsdag: deze dag staat dit jaar in het teken van depressie. En dat is nodig, want depressie is een van de meest voorkomende psychische aandoeningen. Meer aandacht voor depressie betekent dat meer mensen op tijd een juiste behandeling krijgen voor hun klachten, waarmee veel leed voorkomen kan worden. Mogelijk kan de juiste behandeling in de toekomst nog beter toegewezen worden door gebruik van informatie over het functioneren van de hersenen. Dit blijkt uit het PReDICT-onderzoek van Emory University dat deze week gepubliceerd is in het internationale tijdschrift American Journal of Psychiatry (http://ajp.psychiatryonline.org/doi/10.1176/appi.ajp.2016.16050518). Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de communicatie tussen hersengebieden voorspelt bij welke behandeling je het meeste baat hebt: psychologische therapie of het gebruiken van antidepressiva.
In het onderzoek kregen patiënten met een depressie eerst een MRI hersenscan. Daarna kregen ze óf twaalf weken antidepressiva, óf twaalf weken cognitieve gedragstherapie. Uit de hersenscans bleek dat de sterkte van verbindingen tussen een aantal hersengebieden aangaf of iemand baat had bij de antidepressiva of bij de cognitieve gedragstherapie. Dit is een belangrijke stap in het depressie-onderzoek, want niet iedereen heeft baat bij hetzelfde type behandeling en veel mensen zijn daarom lang op zoek om te vinden wat voor hen werkt. Door gebruik te maken van informatie over hoe de hersengebieden communiceren, zouden mensen dus sneller de juiste behandeling kunnen krijgen.
Ook in het Universitair Medisch Centrum Groningen wordt onderzocht of hersenscans ingezet kunnen worden om therapiesucces te voorspellen. In dit onderzoek worden juist mensen onderzocht die al hersteld zijn van hun depressie. In deze groep is terugval helaas een groot probleem: ongeveer de helft van de mensen die een depressie heeft gehad valt binnen twee jaar terug in een nieuwe depressie. Dit percentage loopt op wanneer je al vaker depressief bent geweest. Op dit moment blijven mensen vaak antidepressiva gebruiken om te voorkomen dat ze terugvallen, maar inmiddels is gebleken dat ook preventieve cognitieve therapie effectief is in het voorkomen van terugval. Maar hoe werkt die therapie, en voor wie? Dit zijn vragen waar neurowetenschappers dr. Marie-José van Tol en drs. Rozemarijn van Kleef zich mee bezighouden in de UMCG Depressiestudie. Meer inzicht in de processen die belangrijk zijn om de kwetsbaarheid voor depressie te verminderen kan bijdragen aan het effectiever inzetten van de therapie, en daarmee aan het voorkomen van terugval. Wilt u bijdragen aan dit onderzoek, en proberen of preventieve cognitieve therapie voor u werkt om terugval te voorkomen? Voor het onderzoek worden nog deelnemers gezocht.
Hallo,
Ik zou graag meer informatie willen over deze studie en eventueel willen deelnemen.
LikeGeliked door 1 persoon