Mensen die meermalen depressief zijn geweest, lopen kans om nog een keer depressief te worden.
In de Depressiestudie onderzoeken we hoe de hersenen omgaan met het verwerken van emotionele informatie.
We willen hierbij een vergelijking maken tussen mensen die meermalen depressief zijn geweest en mensen die nog nooit depressief zijn geweest. Deze vergelijking kan aanwijzingen geven over waarom mensen die depressief zijn geweest kwetsbaar zijn om dat nog eens te worden.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat wanneer mensen in de herstelde fase na een depressieve episode preventieve cognitieve therapie krijgen, de kans kleiner is dat ze terugvallen in een nieuwe depressieve episode. We onderzoeken hoe preventieve cognitieve therapie werkt, en hoe het komt dat mensen die preventieve cognitieve therapie krijgen minder kans lopen om weer depressief te worden.
Om in de toekomst effectievere behandelingen te kunnen ontwikkelen, willen we meer te weten komen over wat er in de hersenen gebeurt bij mensen die nu niet meer depressief zijn en die deze preventieve behandeling krijgen. Dit kan aanwijzingen geven over welke processen belangrijk zijn om de kwetsbaarheid voor depressie te verminderen.